Sinds 2018 werken Parlan en DJGB samen om het aantal gesloten plaatsingen te verminderen. Later sloten ook William Schrikker Stichting (WSS), de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), en Veilig Thuis (VT) zich bij deze beweging aan. Er zijn alternatieve oplossingen ingezet om gesloten plaatsingen te voorkomen. Om beter te begrijpen welke factoren bijdragen aan succes en welke juist belemmerend werken, is een evaluatieproject gestart.
Aan dit project nemen professionals deel van Parlan, DJGB, WSS, de Academische Werkplaats RisicoJeugd, en de gemeente Haarlem, die hierbij optreedt namens de regio’s IJmond en Zuid-Kennemerland. Samen onderzoeken zij hoe de alternatieve aanpak verder kan worden verbeterd. Welke factoren dragen bij aan dit succes, en welke uitdagingen blijven bestaan? Tessel Sterenborg, projectleider bij Expect Jeugd, licht de resultaten van dit project toe.
Succesfactoren: samenwerking en maatwerk’
Een Alternatieve Oplossing (AO) is een maatwerkgerichte en creatieve aanpak die wordt ingezet als alternatief voor een gesloten plaatsing. Bij een AO is er meer ruimte voor overleg en uitleg, waardoor jongeren en ouders intensiever betrokken worden bij de besluitvorming. Dit helpt om beter in te spelen op hun behoeften.
Een belangrijke succesfactor van een AO is de samenwerking met de jongere en hun ouder(s). Jongeren benadrukken het belang dat er naar hen wordt geluisterd en er actief wordt meegedacht over oplossingen. Deze betrokkenheid, gecombineerd met de inzet van alle betrokken partijen, vergroot de kans op een succesvolle uitkomst aanzienlijk.
Daarnaast lijkt er meer aandacht te zijn voor het traumatische verleden van jongeren bij een AO, ten opzichte van jongeren bij JZ+. “Veel jongeren hebben vaak jarenlang in situaties geleefd die onbedoeld niet aansloten bij hun behoeften en waarbij de buitenwereld niet adequaat heeft ingespeeld op hun situatie; dat kan leiden tot de overtuigen van ‘ik doe er niet toe’ en dat kan probleemgedrag veroorzaken. Het ombuigen van dit gedrag wordt dan ook als bijzonder lastig gezien. Het zijn ingesleten patronen en het vereist tijd én diepgaande interventies.” zegt Sterenborg.
Uitdagingen: veiligheid en systeemgerichte aanpak
Hoewel de resultaten overwegend positief zijn, blijven er ook knelpunten. Zo blijft bij een deel van de jongeren de situatie onveilig, ondanks de inzet van AO. Een andere uitdaging is de beperkte betrokkenheid van scholen en het bredere netwerk van de jongere. “Door scholen en het sociale netwerk actiever bij het proces te betrekken, kunnen we nog beter aansluiten bij de leefwereld van jongeren. Ook het tekort aan geschikte zorglocaties en wachtlijsten vormen obstakels”.
Wat hebben we geleerd?
Het onderzoek wijst uit dat alternatieve oplossingen werken, maar dat er ruimte is voor verbetering. Samenwerking en maatwerk blijven de sleutel tot succes. Het is belangrijk om tijd en middelen vrij te maken voor overleg, betrokkenheid van het netwerk en een breed gedragen besluitvormingsproces. Sterenborg: “We moeten blijven investeren in innovatieve zorgvormen en het creëren van een omgeving waarin jongeren écht perspectief zien.”
In eventueel vervolgonderzoek is het belangrijk om jongeren én ouders direct te betrekken, zodat een breder perspectief wordt verkregen. Ook is het wenselijk om meer interviews af te nemen om de resultaten meer zeggingskracht te geven. Daarnaast zou het onderzoek zich moeten richten op jongeren in verschillende situaties, waaronder alternatieve oplossingen zonder uithuisplaatsing, om meer diverse inzichten te verkrijgen.
Door te leren van ervaringen in de praktijk kunnen professionals en beleidsmakers blijven werken aan een toekomst met minder gesloten plaatsingen en meer op maat gemaakte oplossingen voor jongeren met complexe problemen.