De Jeugd- en Gezinsbeschermers werkt al een aantal jaar nauw samen met GGZ Noord-Holland-Noord. Vanwege het succes van deze samenwerking breidt DJGB dit steeds verder uit. Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (SPV), Ellie en Rozemarijn, sluiten inmiddels gezamenlijk 40 uur per week aan bij de teams van DJGB. Dat doen ze in de regio’s Noord-Kennemerland, de Noordkop, West-Friesland en Zaanstreek-Waterland. Hier signaleren ze psychische problematiek bij ouders, begeleiden hen naar passende zorg en versterken de samenwerking tussen alle betrokken partijen.
Veel ouders in de jeugdbescherming kampen met psychische klachten, verslaving of trauma’s, wat de opvoeding en veiligheid van hun kinderen vaak onder druk zet. In de jeugdbescherming is samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan ook essentieel om gezinnen met complexe problematiek effectief te ondersteunen. Dit sluit nauw aan op het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming, waar integrale samenwerking en vroegtijdige interventie centraal staan.
Betere samenwerking
Jeugd- en Gezinsbeschermers (JGB’ers) zien duidelijk effect van de ondersteuning van de SPV. Het begrip van de SPV voor de problematiek van ouders maakt dat ouders zich meer gehoord voelen. Daarnaast helpt de kennis van de SPV JGB’ers om met de psychische problematiek van ouders om te gaan. JGB’er Anouk: “In een bepaalde casus had ik het idee dat een vader meerdere persoonlijkheden had. Het leek alsof ik iedere afspraak een ander persoon tegenover me had. Ellie’s advies helpt om hiermee om te gaan.”
Ook JGB’er Danielle ervaart dit: “Er was bijvoorbeeld een moeder waarbij de samenwerking veel beter ging nadat ik Rozemarijn betrok. Moeder was behoorlijk overbelast, maar is nu emotioneel veel meer beschikbaar voor haar kind en de samenwerking gaat veel beter.” Rozemarijn licht toe: “Door mijn betrokkenheid heb ik ruimte gecreëerd. Door open en nieuwsgierig te luisteren, kon de moeder vertragen, reflecteren en haar eigen patronen meer begrijpen. Dit heeft haar inzicht gegeven en hielp haar om zich gesteund te voelen in het ouderschap”.
Ruimte voor groei
Daarnaast ervaren JGB’ers dat ouders sneller advies van de SPV aannemen dan van henzelf. Anouk: “Ouders hebben vaak de indruk dat wij hen naar de GGZ verwijzen om te bewijzen dat er iets mis met ze is. Van de SPV nemen ouders sneller aan dat GGZ-hulp goed zou zijn.” Rozemarijn: “Als er een ondertoezichtstelling bekrachtigd is, voelen ouders vaak dat ze geen goede ouders zijn. En dat raakt in de kern van wie ze zijn als mens. Ik probeer daar in mijn gesprekken met ouders meer gelaagdheid in aan te brengen, het meervoudige perspectief: het gaat niet om de vraag of je een goede ouder bent, maar om te erkennen dat er op bepaalde vlakken hulp nodig is. Dat verschil maakt ruimte voor groei. ”
Een ander voorbeeld waar de SPV heel ondersteunend is, zijn situaties waar vaders beschuldigd worden door hun ex-partner van seksueel misbruik/ grensoverschrijdend gedrag bij de kinderen. Soms wordt de omgang met de kinderen dan maanden stopgezet, terwijl nadien niet wordt aangetoond dat er iets gebeurd is. Dit is traumatiserend voor vaders. De focus ligt vaak op het gedrag van vaders, terwijl aan de kant van de moeder vaak ook wel iets speelt. Erkenning voor de positie van vader is steunend en helpt om de samenwerking tot stand te brengen. Ouders staan dan ook meer open voor behandeling bij GGZ wanneer dat nodig is. Uiteindelijk helpt dit vaak om beide ouders weer een rol in de opvoeding te geven.
Een vader licht toe: “De SPV heeft een cruciale rol gespeeld als verbinder tussen mij en de Jeugd- en Gezinsbeschermers. Door inzicht en ondersteuning te bieden aan beide partijen, heeft ze geholpen om de situatie te begrijpen en te verbeteren. Hierdoor kwam er ruimte voor mij om te herstellen. Ook creëerde ze hiermee ruimte om samen te werken en wederzijds begrip op te bouwen. Dat is essentieel voor een effectieve en langdurige oplossing.”