Drie jonge kinderen (2, 9 en 10), een moeder met psychiatrische problematiek en een welwillende vader. Vanaf de geboorte van de oudste is deze familie bekend bij jeugdzorg. Wanneer Linde Langermans er een klein jaar geleden als nieuwe jeugdbeschermer over de vloer komt, ziet ze veel genegenheid en liefde maar desondanks ook kinderen die last hebben van angst, schaamte, schuldgevoelens en slaap- en gedragsproblemen. De kinderen ervaren dagelijks onvoorspelbaar gedrag van moeder.

Linde wil het liefst voorkomen dat de kinderen ergens anders moeten wonen. Samen met medewerkers van het Buitenhuisproject, de gemeente en GGZ wordt een bijzonder alternatief bedacht. De ouders worden hierin meegenomen en kunnen de overwegingen stap voor stap volgen.​

Het belang van het kind, de veiligheid incluis, staat hierbij voorop. De bijzondere uitvoering in deze casus is geheel in lijn met de methode ‘Beschermen en Versterken’, een werkwijze die DJGB hoog in het vaandel heeft. Hierbij wordt indien nodig ‘out of de box’ gewerkt en daarbij bijvoorbeeld altijd eerst gekeken naar family finding, ofwel naar het antwoord op de vraag of het netwerk hulp kan bieden om een uithuisplaatsing te voorkomen. In dit geval was het antwoord op die vraag ‘nee’ omdat het gezin nauwelijks een beschikbaar netwerk heeft en het netwerk wat er is, bestaat uit grote gezinnen die niet in staat zijn drie kinderen op te vangen.

Samen met medewerkers van het Buitenhuisproject, de gemeente en GGZ zoekt en vindt Linde echter een andere, opvallende oplossing: er wordt woonruimte gezocht voor moeder. Niet de kinderen maar hun moeder gaat ergens anders wonen. Daarna wordt telkens bekeken hoe het met haar gaat, hoe de omgang met haar kinderen kan worden vormgegeven en hoe vader en moeder kunnen samenwerken. Vader zal de regie behouden en zorgen voor veiligheid. Vader blijft samen met de kinderen in de woning en zal dagelijks hulp krijgen om voor het drietal te zorgen. Gekeken wordt, mede in het kader van Beschermen en Versterken, of het kleine netwerk daarbij iets kan betekenen. Bijvoorbeeld door af en toe op te passen of als logeeradres voor de kinderen.

Linde: “Hoewel moeder het heel spannend vindt, is ze bereid mee te werken aan het idee in het belang van de kinderen, hoe lastig zij het ook vindt. Vader vindt het ook moeilijk, hij houdt van zijn vrouw maar heeft gezegd: ‘als ik hiermee uithuisplaatsing van de kinderen kan voorkomen, wil ik het wel proberen’. Hij ziet ook dat het zo niet langer kan. Bij moeder is sprake van een ernstige psychiatrische problematiek en ze wil of kan zich niet laten begeleiden. Als ze haar medicijnen neemt gaat het meestal iets beter, maar als het beter gaat, stopt ze weer met de medicatie… En als het dan slechter met haar gaat, is ze regelmatig verbaal agressief, gedraagt ze zich onvoorspelbaar en probeert ze vader en de kinderen te beschuldigen van van alles en nog wat. Deze beschuldigingen gaan ver en zijn gebaseerd op achterdocht en waanideeën. Het oudste kind, een zachtaardig meisje, blijkt door deze gang van zaken een grote zorgtaak te hebben. Ze loopt continue op haar tenen in een poging de rust te bewaren en toch krijgt ze van veel dingen de schuld. Ze heeft het idee dat haar mama haar niet lief vindt. Haar broertje van 9 begint zijn moeder soms als heel naar te ervaren. Hij vindt zijn moeder niet lief. Het kan zo echt niet langer en mogelijk zijn de kinderen al getraumatiseerd. Door de voortdurende spanningen kunnen zij nauwelijks toekomen aan hun eigen ontwikkeling. Je wilt als jeugdbeschermer graag veiligheid bieden en de kinderen bij elkaar houden, vandaar dit idee.”

In overleg met ouders, hulpverlening en gemeente is een plan gemaakt om langdurige stabiliteit te creëren voor de kinderen. “We hadden korte lijnen, de samenwerking was heel fijn. Ik werk al een jaar of zestien in de jeugdzorg waarvan nu een jaartje bij DJGB. Uithuisplaatsingen wil ik liefst voorkomen, want meestal is dat niet de oplossing. Het is het fijnst als je jezelf als hulpverlener uiteindelijk kunt wegcijferen, dat de betrokkenen het weer zelf kunnen. Dat is soms ook een utopie. Maar hierbij, op deze manier, kunnen we vader en ook moeder meer in hun kracht zetten, door hen te ondersteunen om de kinderen een stabiele plek te bieden. Dan kunnen de kinderen hun moeder ook weer als positief ervaren en profiteren van haar krachten.”