“Het uitgangspunt moet zijn: het kan zonder hulp. Soms met ondersteuning. Nu wordt vaak gehandeld vanuit een reflex; als je een hulpverlener ergens neerzet begint ie met het overnemen van zorg. Logisch maar niet altijd noodzakelijk. Die beoordeling kan een stuk beter naar mijn idee.”
Aan het woord is Marco van der Spek-Stikkelorum, regionaal inkoopstrateeg/manager contractbeheer sociaal domein regio Gooi en Vechtstreek. In gesprek met verkoopadviseur Marco van Paassen van DJGB suggereert hij dat er tegenwoordig misschien te snel teveel zorg wordt geleverd. Van der Spek-Stikkelorum: “Als ik kijk naar de stijging van het aantal kinderen in de jeugdzorg vraag ik me af: Is dat echt altijd nodig? Voeren we wel de goede gesprekken?”
Van Paassen: “Je bedoelt: moeten we het probleem niet eerst bij de ouders neerleggen voordat we het kind in een traject plaatsen?”
Van der Spek-Stikkelorum: “Ja. Kijk, het maakt mij niet uit of we nou betalen voor hulpverlening of voor ondersteuning, maar ik denk dat het verstandiger is te betalen voor ondersteuning. Het lijkt misschien hetzelfde maar het is voor mij in essentie iets anders.”
Van Paassen: “Wat is voor jou dan het verschil daarin?”
Van der Spek-Stikkelorum: “Als je iemand ondersteunt neem je niet zijn verantwoordelijkheid over. Een voogd bijvoorbeeld, neemt het gezag over, dat ontslaat een ouder van zijn verantwoordelijkheid terwijl ik vind dat de zorgtaak van de ouder op dat moment eigenlijk juist zwaarder moet worden in plaats van lichter. Ik besef dat ik het vanaf buitenkant beschouw. Het is een logische reflex voor een hulpverlener om het over te nemen en ik weet, als je het overneemt ben je het snelst. Daar zit volgens mij de essentie, hoe kun je instrumentarium verzinnen voor betere ondersteuning zodat je daarmee ook in relatief korte tijd resultaten kunt boeken.”
“Ten tweede: waarom vinden we eigenlijk dat een kind zoveel moet presteren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de druk verlaagd wordt, dat het prima is dat iemand tuinman wordt en geen architect. Door de decentralisatie zijn we er vroeger bij maar de vraag is, zitten we er niet té dicht op? Natuurlijk is het belangrijk dat je direct acteert als het onveilig is in een gezin. De vraag is wel: wanneer is het goed genoeg. De maatschappij promoot dat je altijd op zoek moet naar het hoogst haalbare, in een lijn omhoog moet willen, waarom? Misschien ben je veel gelukkiger met een lijn die vlak is. Hoeft het niet alleen om beter best te gaan, is goed, goed genoeg. Ik heb het gevoel dat na de decentralisatie, er een grote drang is ontstaan om elk probleem op te lossen. En dat we niet meer willen aanvaarden dat sommige dingen vanzelf overgaan als we niks doen of dat niet alles opgelost hoeft te worden.”
Van Paassen: “Aan wie is die keuze dan”
Van der Spek-Stikkelorum: “In gezamenlijkheid. Je zult met elkaar het gesprek aan moeten. Je moet bedenken: waarom doen we dit, voor wie en waarom? En geef grenzen aan. Ik zie kinderen waar twee of drie zorgtrajecten naast elkaar lopen, jarenlang. Dan denk ik joh, neem eens rust. Kijk wat er gebeurt als je even niks doet. Ik begrijp dat je ten behoeve van de veiligheid een aantal dingen moet doen, tegelijk heb ik het gevoel dat hulpverleners niet meer los durven te laten.”
(Foto rechts: Marco van der Spek – Stikkelorum)
Van Paassen: “De vraag is eigenlijk: waar is het kind het beste mee geholpen?”
Van der Spek-Stikkelorum: “Laat gewoon eens wat gaten vallen. Als je zegt: ik kom nu een paar maanden niet, zie je vaak dat mensen best in staat zijn zelf wat te regelen. Wij maken gewoon lui, dat is niet goed. Kijk eens wat er gebeurt als de stroom uitvalt, als het busje van het leerlingenvervoer een paar keer niet komt. Dan gaat iedereen vanzelf een oplossing zoeken. Ik denk dat kinderen heel lang in voorzieningen zitten omdat heel veel verantwoordelijkheid wordt overgenomen en de betrokkenen zelf niet meer aan alternatieve mogelijkheden denken.”
Van Paassen: “Wat voor rol hebben de wijkteams daarin, de GI’s en medisch specialisten?”
Van der Spek-Stikkelorum: “We moeten naar een zorgsysteem waarbij je drie dingen op en afschaalt: van zelf de verantwoordelijkheid, naar ondersteuning met zorg, naar ondersteuning, naar zelf weer verantwoordelijkheid. Dit zou standaard in behandelplannen ingebakken moeten zitten.”
Van Paassen: “Samenvattend: Er wordt ingegeven dat je verantwoordelijkheden tegenwoordig te snel kunt wegleggen en dat de hulpverleners teveel over willen nemen. Dat is niet per se verkeerd bedoeld maar meer uit een reflex.”
Van der Spek-Stikkelorum: “Wat we weer moeten aanboren is die regel van Pipi Langkous: ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan. Wat is het ergste dat er kan gebeuren als je gaat behangen zonder ervaring? Dat het niet mooi is en dat het over moet. Ik weet zeker, dat als je het drie keer zelf hebt gedaan en je krijgt wat ondersteuning, dan gaat het lukken. De trots die je dan voelt is immens, omdat je het zelf hebt gedaan. Laat die kinderen ook eens fouten maken, het is niet erg als ze een keer kopje onder gaan tijdens de zwemles, als er maar iemand met een haak langs de kant staat. Ik wil niemand laten verzuipen, maar je leert iemand niet zwemmen als die haak continue onder zijn buik zit.”
Wat waren ook alweer de doelen van de transformatie? Hierbij de opsomming;
|